Download dit artikel als PDF 19 september 2016

De aansprakelijkheid van bestuurder en aandeelhouder bij een ‘turboliquidatie’

Een turboliquidatie is een snelle manier om een B.V. of andere rechtspersoon te laten ophouden te bestaan. Hierbij besluit de algemene vergadering tot ontbinding. Door dat besluit houdt de betreffende rechtspersoon terstond op te bestaan. Interessant is de vraag of een (indirect) bestuurder en een enig aandeelhouder aansprakelijk kunnen worden gehouden bij zo’n turboliquidatie. Die vraag was aan de orde in een recente uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden.

Na de turboliquidatie van een vennootschap bleef een vordering van de verhuurder achter wegens onbetaald gebleven huurpenningen. De verhuurder probeert vervolgens deze schade te verhalen op de bestuurder en aandeelhouder.

Persoonlijke aansprakelijkheid bestuurder
Kijkend naar de positie van de bestuurder verwijst het hof naar eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad. Daaruit vloeit voort dat indien een vennootschap tekortschiet in de nakoming van een verbintenis, alleen de vennootschap aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade. Onder bijzondere omstandigheden is echter ook ruimte voor aansprakelijkheid van de bestuurder. Namelijk als deze namens de vennootschap heeft gehandeld, dan wel heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt. Vereist is dat de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. De verhuurder vond dat dit het geval was. De bestuurder was namelijk niet bevoegd om tot ontbinding van de vennootschap over te gaan, omdat de schulden de baten overtroffen. Volgens de verhuurder had de bestuurder na de ontbinding van de vennootschap als vereffenaar moeten optreden en/of haar faillissement moeten aanvragen. Het hof oordeelt echter dat in geval van een turboliquidatie het formele vereffeningstraject niet hoeft te worden gevolgd. Er rustte derhalve geen verplichting op de bestuurder om het faillissement aan te vragen. Het hof verwierp voorts het standpunt dat turboliquidatie alleen is toegestaan wanneer er noch baten noch schulden zijn. Vereist is enkel dat de vennootschap geen bate meer heeft op het moment van ontbinding. In deze zaak stond volgens het hof vast dat er ten tijde van het ontbindingsbesluit geen activa aanwezig waren, terwijl evenmin gesteld of gebleken was dat in een faillissement activa te verwachten waren. Daarmee was aan de voorwaarden voor turboliquidatie voldaan. De verhuurder slaagde er dus niet in om aan te tonen dat de bestuurder een ernstig verwijt te maken valt.

Aansprakelijkheid aandeelhouder
De verhuurder heeft ook getracht de aandeelhouder aansprakelijk te houden voor de door haar geleden schade. Als uitgangspunt geldt echter, aldus het hof, dat derden de aandeelhouder niet kunnen aanspreken voor verplichtingen van de vennootschap. Ook wanneer de eigendom en de leiding van en de zeggenschap over zowel de vennootschap als de bestuurder bij dezelfde persoon rusten, leidt dit in beginsel niet tot medeaansprakelijkheid van de aandeelhouder.

In de rechtspraak zijn uitzonderingen aangenomen in gevallen waarin een (enig) aandeelhouder een zorgvuldigheidsnorm schond jegens de crediteuren van de vennootschap. Daarbij ging het om situaties waarin door handelen van de aandeelhouder de crediteuren (voorzienbaar) werden benadeeld. Er werden namelijk gelden of andere vermogensbestanddelen aan de vennootschap onttrokken. Die situatie doet zich hier niet voor. In deze zaak verweet de verhuurder de aandeelhouder te hebben meegewerkt aan het ontbindingsbesluit. Het hof oordeelt echter dat niet is gebleken dat de aandeelhouder met dit besluit kennelijk tot doel heeft gehad de verhaalsmogelijkheden van de schuldeiser te frustreren. De verhuurder is er derhalve evenmin in geslaagd om de aandeelhouder aansprakelijk te houden voor zijn schade.

In deze zaak liep het zowel voor de bestuurder als voor de aandeelhouder goed af. Het moge echter duidelijk zijn dat een turboliquidatie niet zonder risico’s is.


Wilt u meer weten over dit onderwerp of heeft een vraag op het terrein van het Insolventierecht? Dan kunt u contact opnemen met Dineke van Dal, Claire Krüger of één van onze andere specialisten van de sectie Insolventie & Herstructurering.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).