Download dit artikel als PDF 24 november 2014

Hoge Raad: Kredietnemer is na beëindiging van de kredietovereenkomst geen boeterente verschuldigd

Op basis van de door banken gehanteerde algemene voorwaarden komen banken ruime bevoegdheden toe om kredietrelaties en kredietovereenkomsten op te zeggen. Banken maken daar ook veelvuldig gebruik van. Soms nemen banken afscheid van een bepaalde groep klanten. Vorig jaar maakte de Deutsche Bank bijvoorbeeld nog bekend dat zij afscheid wilde nemen van 18.000 klanten. Een beëindiging van een kredietovereenkomst leidt ertoe dat de klant het krediet ineens in zijn geheel zal moeten aflossen. Vroegtijdige aflossing betekent vaak ook een boeterente.

Deutsche Bank heeft vorig jaar aangegeven aanspraak te zullen maken op deze boete als een klant overstapt naar een andere bank en daarom het krediet ineens geheel aflost. Dit lijkt onredelijk ingeval de klant op ‘vriendelijk’ aandringen van de bank overstapt naar een andere bank. Over opzegging van kredietovereenkomsten wordt veel geprocedeerd. In het arrest van 10 oktober 2014 van de Hoge Raad stond de opzegging door ING Bank van een kredietrelatie en betaling van een boeterente centraal.

In deze zaak ging het om een kredietfaciliteit van in totaal € 2.410.000 verstrekt, bestaande uit een rekening-courant voor onbepaalde tijd en een tweetal rentevaste leningen voor bepaalde tijd. De kredietnemer kwam al zijn betalingsverplichtingen (rente en aflossing) na en er waren voldoende zekerheden. De bank liep dus weinig risico. Een aantal andere met de bank gemaakte afspraken (teveel geld onttrokken door aandeelhouder uit de vennootschap en te laat aanleveren kwartaalcijfers) werden niet nagekomen en de bank zegde de gehele kredietfaciliteit op met inachtneming van een opzegtermijn van acht maanden. Omdat de kredietfaciliteit was opgezegd, was de kredietnemer verplicht de lening ineens geheel af te lossen. Op basis van de bankvoorwaarden was de kredietnemer bij gehele aflossing van een krediet een boeterente verschuldigd. In het onderhavige geval circa € 122.000. De vraag is of de kredietnemer deze boetenrente diende te betalen.

Er is in de afgelopen jaren veel lagere rechtspraak gewezen over de maatstaf en de invulling daarvan ten aanzien van de beoordeling of opzegging van een kredietovereenkomst gerechtvaardigd is. In dit arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat bij opzegging van kredietovereenkomsten het uitgangspunt is dat, ingeval een kredietverlener gebruikt maakt van zijn contractuele opzeggingsbevoegdheid, de rechtsgeldigheid daarvan moet worden beoordeeld aan de hand van de overeenkomst en de maatstaf van artikel 6:248 lid 2 BW. Dat laatste brengt met zich mee, aldus de Hoge Raad, dat de beëindiging door de kredietverlener op grond van een dergelijke bevoegdheid niet rechtsgeldig is indien gebruikmaking van die bevoegdheid, gelet op de omstandigheden van het geval, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Daarbij is mede van belang dat artikel 2 van de Algemene Bankvoorwaarden voorschrijft dat de bank naar het beste vermogen met de belangen van de kredietnemer rekening zal houden.

Gelet op het arrest van de Hoge Raad dient een beëindiging van een kredietfaciliteit dus te worden beoordeeld aan de hand van de overeenkomst (de contractuele zorgplicht speelt daarbij een rol) en de maatstaf van artikel 6:248 lid 2 BW. Verder staat er volgens de Hoge Raad geen rechtsregel in de weg aan een aparte beoordeling van de beëindiging van onderdelen van een kredietfaciliteit ingeval de gehele kredietfaciliteit door de bank wordt beëindigd. In het onderhavige geval werd de opzegging van het rekening-courantkrediet rechtmatig geacht, maar de opzegging van de rentevaste leningen vanwege de boeterente onrechtmatig.

Ingeval de bank weinig tot geen risico loopt en de belangen van de kredietnemer dienen te prevaleren ten opzichte van de belangen van de bank, kan het zijn dat als een bank aanspraak maakt op een boeterente de opzegging van dat krediet onrechtmatig is. Ingeval de kredietnemer zijn verplichtingen niet nakomt en de bank een kredietrisico of andere risico’s loopt, dan zou een boeterente wel weer verschuldigd kunnen zijn.

Voor meer informatie over de beëindiging van kredietovereenkomsten of vragen over boeterente, kunt u contact opnemen met één van onze Aansprakelijkheid & Procespraktijk specialisten.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).