Download dit artikel als PDF 06 juni 2016

Mededinging sportartsen Alpe d’huZes vervalst

De Stichting Alpe d’huZes organiseert jaarlijks het gelijknamige evenement. Deelnemers fietsen of lopen zes keer de berg Alpe d’Huez op, om geld voor kankerbestrijding in te zamelen. Vanaf 2013 wil de Stichting dat de deelnemers sportmedisch gekeurd worden. Ze gaf deze opdracht aan de branchevereniging Federatie van Sportmedische Instellingen in Nederland (FSMI) waaraan sportartsen verbonden zijn. De FSMI besloot vervolgens dat alleen haar leden tegen vaste prijzen de sportmedische keuringen voor de deelnemers mochten verrichten. Omdat een sportarts hierdoor werd verhinderd om keuringen te verrichten, spande hij een procedure aan bij de rechtbank. Het Gerechtshof oordeelde dat het besluit van de FSMI in strijd was met het kartelverbod. De sportarts werd in het gelijk gesteld. Hoe kwam het Gerechtshof tot dit besluit?

Sportmedische keuring
Om de  gezondheidsrisico’s voor deelnemers zoveel mogelijk te beperken, heeft de Stichting Alpe d’huZes voor het evenement in 2013 maatregelen genomen. Een van de maatregelen was de eis aan elke deelnemer om sportmedisch te worden gekeurd. Ze verzocht hiervoor de FSMI om deze keuringen te organiseren. Daarbij gaf  ze aan dat iedere deelnemer op uniforme wijze sportmedisch  gekeurd moest worden tegen vaste tarieven. De partijen sloten vervolgens een samenwerkingsovereenkomst. Deze overeenkomst hield in dat alleen bij FSMI aangesloten SMI’s de door de zogeheten expertgroep van de Vereniging voor Sportgeneeskunde (een groep sportartsen met een speciale affiniteit met wielrennen) vastgestelde keuringen tegen vaste tarieven mochten uitvoeren. De FSMI zou daarbij een coördinerende rol vervullen. Middels een brief heeft FSMI dit aan haar leden medegedeeld en aangegeven op welke wijze de deelnemers sportmedisch gekeurd moesten worden en tegen welke vaste tarieven. De vraag is echter of dit niet in strijd is met het kartelverbod.

Kartelverbod
Het kartelverbod verbiedt onder meer besluiten van ondernemersverenigingen die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging op de markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst. Het gerechtshof oordeelt dat FSMI een ondernemingsvereniging in mededingingsrechtelijke zin is en dat sprake is van een besluit van een ondernemersvereniging. Volgens het Europese Hof van Justitie dient het begrip besluit van een ondernemingsvereniging ruim te worden uitgelegd. Ook een aanbeveling van een ondernemersvereniging die, ongeacht hoe zij juridisch precies moet worden gekwalificeerd, een getrouwe weergave is van de wil van die vereniging om het gedrag van haar leden op de markt te coördineren, is een besluit van een ondernemersvereniging. Volgens het gerechtshof heeft FSMI met het aangaan van de overeenkomst met de Stichting Alpe d’huZes en het uitvoeren daarvan de duidelijke wil gehad het gedrag van haar leden met betrekking tot de sportmedische keuringen van deelnemers aan Alpe d’huZes in 2013 te coördineren.

Strekkingsbeding in strijd met het kartelverbod
Het gerechtshof is vervolgens nagegaan of het besluit van FSMI een mededingingsbeperkende strekking had. Volgens vaste jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie kan een besluit naar haar strekking mededingingsbeperkend zijn indien na een individueel onderzoek van de inhoud en het doel van het besluit en de economische en juridische context ervan, blijkt dat zij naar haar aard schadelijk kan zijn voor de goede werking van de normale mededinging.

Uit de context van de coördinerende handelingen van FSMI volgt volgens het gerechtshof dat deze handelingen de strekking hadden de mededinging te beperken. Hierbij heeft het gerechtshof van belang geacht dat:

  1. de coördinatie door FSMI tussen SMI’s de mededinging in voldoende mate aantast. Dit blijkt volgens het gerechtshof uit het feit dat het besluit van FSMI ziet op het hanteren van vaste tarieven voor de exclusief door de leden van FSMI te verrichten keuringen. Volgens het gerechtshof is een dergelijk besluit naar haar aard schadelijk voor de goede werking van de normale mededinging;
  2. de voorwaarden die werden gesteld tot gevolg hadden dat nagenoeg alle 8.000 deelnemers aan Alpe d’huZes verplicht waren sportmedische keuringen af te nemen van een deelnemende SMI tegen de afgesproken vaste tarieven. Volgens het gerechtshof is de relevante markt hierdoor de markt voor sportmedische keuringen als specifiek verlangd door Alpe d’huZes;
  3. de coördineerde handelingen van FSMI de mededinging op deze relevante markt in belangrijke mate konden beïnvloeden en vormden een deugdelijk middel met de strekking de mededinging te beperken.

Omdat het besluit van FSMI volgens het gerechtshof de strekking heeft de mededinging te beperken, hoeven de concrete gevolgen van het besluit niet meer te worden onderzocht. Het gerechtshof oordeelt dan ook dat het besluit van FSMI in strijd met het kartelverbod is.

Ter rechtvaardiging van haar gedrag had FSMI nog aangevoerd dat haar besluit, het op uniforme wijze uitvoeren van de keuringen, de gezondheid en veiligheid van deelnemers aan Alpe d’huZes zo goed mogelijk beschermde. Volgens het Hof bestond er echter geen objectieve rechtvaardiging voor het handelen van FSMI.

Onrechtmatig handelen en schade
Het gerechtshof overweegt verder nog dat het handelen van FSMI in strijd met het kartelverbod onrechtmatig is, mede jegens de sportarts die de procedure tegen FSMI was gestart en die belang had de sportmedische keuringen voor Alpe d’huZes te verrichten. Volgens het gerechtshof was het besluit van FSMI bepalend voor de uitsluiting van de sportarts van de betreffende sportmedische keuringen. FSMI moet aan de sportarts dan ook de schade vergoeden die hij door het onrechtmatige besluit van FSMI heeft geleden. De sportarts heeft aangeboden te bewijzen dat zonder het besluit van FSMI veel deelnemers aan Alpe d’huZes 2013 zich tot hem zouden hebben gewend voor een sportmedische keuring. Het gerechtshof heeft de sportarts in de gelegenheid gesteld feiten en omstandigheden te bewijzen waaruit blijkt welk aantal deelnemers aan het evenement Alpe d’huZes 2013 zich zonder het besluit van FSMI bij benadering tot hem zou hebben gewend en voor welk type onderzoek. Het gerechtshof houdt verder iedere beslissing aan.

Slotsom
Dit arrest benadrukt nog eens dat handelingen (besluiten) van ondernemersverenigingen in strijd met het kartelverbod kunnen zijn. Waakzaamheid voor ondernemersverenigingen is dan ook geboden om te voorkomen dat in strijd met het kartelverbod wordt gehandeld.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met één van onze specialisten mededinging en aanbesteding Mededinging & Aanbesteding.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).