Download dit artikel als PDF 19 september 2018

Afval wordt product als het aan Brussel ligt: EU-lidstaten hebben huiswerk opgekregen om daaraan bij te dragen

De Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen (Kra) is recent gewijzigd. De doelstelling van efficiënt grondstoffengebruik en de overgang naar een circulaire economie zijn meer centraal komen te staan. Ook het belang van het vaststellen van actuele richtsnoeren voor de uitleg en toepassing van de begrippen afvalstof, bijproduct en einde–afvalstatus door de lidstaten wordt in de wijziging tot uitdrukking gebracht. Ook wordt het thema van de bewijslast of (nog) sprake is van een afvalstof tegen het licht gehouden.

Passende maatregelen

In de wijzigingsrichtlijn is opgenomen dat lidstaten “passende maatregelen” moeten nemen met betrekking tot de bijproduct- en einde-afvalstatus. Op die manier zal worden bijgedragen aan het verduurzamen van het grondstoffengebruik, het bevorderen van industriële symbiose en worden bevorderd dat meer zekerheid ontstaat over de vraag wanneer een secundaire grondstof daadwerkelijk het afvalstempel heeft verloren.

De Kra uit 2008 verplichtte de lidstaten al om de criteria voor bijproduct en einde-afval te implementeren in hun nationale wetgeving. Dat is in Nederland gebeurd in de Wet milieubeheer. Daarin is een definitie opgenomen van het begrip bijproduct (doorvertaling van artikel 5 Kra) en einde-afvalstatus (doorvertaling van artikel 6 Kra). Met de wijziging is verduidelijkt dat maatregelen moeten worden getroffen tot het vaststellen van specifieke bijproduct- en einde-afvalcriteria op basis van deze voorwaarden. Ook moet worden voorzien in handhavingsprocedures. Deze kunnen onder meer bestaan uit het vaststellen van richtsnoeren, het nemen van besluiten per geval en het treffen van andere procedures. Werk aan de winkel dus voor de lidstaten.

Wie stelt bewijst?
In de praktijk is vaak discussie over de vraag wie nu moet bewijzen of (nog) sprake is van een afvalstof. Is dat de overheid of de houder van de afvalstof? In 2013 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie in het arrest Brady verduidelijkt dat de bewijslast dat geen sprake meer is van een afvalstof in eerste instantie rust op de houder van het materiaal. Dat uitgangspunt is ook tot uitdrukking gebracht in de EVOA. Een controlerende autoriteit kan op grond van de EVOA bewijsstukken verlangen van de houder of vervoerder, die stelt dat een bepaald materiaal dat de grens overgaat geen afvalstof is. Wanneer het bewijs door de houder of vervoerder niet (tijdig) kan worden geleverd of onvoldoende is onderbouwd, kan de autoriteit zich op het standpunt stellen dat sprake is van (illegale overbrenging van) een afvalstof.

Het arrest Brady leert ook dat de bewijslast die op de houder rust niet onbeperkt is. Het mag voor hem niet “buitensporig moeilijk” zijn om te bewijzen dat zijn product geen afvalstof (meer) is. De wijziging van de Kra heeft ook betrekking op de bewijslastverdeling. Voor materialen waarvoor specifieke einde-afvalcriteria zijn gegeven, geldt dat het bewijs dat aan  de gestelde criteria wordt voldaan, moet worden geleverd door middel van een conformiteitsverklaring. Dat is in Nederland bijvoorbeeld bepaald in de Regeling vaststelling van de status einde-afval van recyclinggranulaat (Stcrt. 2015, nr. 3498). De wijziging van de Kra verduidelijkt dit uitgangspunt. De uiteindelijke vaststelling of sprake is van een bijproduct of einde-afval blijft de verantwoordelijkheid van de lidstaat op basis van alle relevante informatie die wordt verstrekt door de houder van het materiaal

Conclusie
De wijzigingsrichtlijn maakt duidelijk dat de overgang naar een circulaire economie verder moet worden bevorderd. In dat verband is het relevant dat meer duidelijkheid ontstaat over de exacte betekenis van de term ‘zich ontdoen van’ in de definitie van het begrip afvalstof. De intentie van de houder is van cruciaal belang. Het verduidelijken van de bijproduct– en einde-afvalcriteria moet daaraan eveneens bijdragen. De wijzigingsrichtlijn moet uiterlijk op 5 juli 2020 zijn opgenomen in de wetgeving van de lidstaten.


Wilt u meer weten over deze blog, dan kunt u contact opnemen met Wilbert van Eijk. Wilbert is gespecialiseerd in het omgevingsrecht en het milieustrafrecht en maakt deel uit van het Brancheteam Afval en Recycling.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).