Download dit artikel als PDF 07 augustus 2015

Apotheek vordert toegang voor raadpleging en bewerking van patiëntendossiers

Elektronische netwerken waarbij verschillende zorgverleners op basis van onderlinge samenwerking patiëntgegevens uitwisselen, zijn van belang in de gezondheidszorg. Deze elektronische netwerken kunnen de kwaliteit en effectiviteit van de zorg verbeteren. Denk aan de verbetering van de patiëntveiligheid en doelmatige bedrijfsvoering. De toetreding van een nieuwe deelnemer aan een bestaand elektronisch netwerk, kan echter tot discussies leiden.

Een nieuwe apotheek in Culemborg wenste te worden toegelaten tot een bestaand elektronisch netwerk voor patiëntgegevensuitwisseling. De aan dit netwerk deelnemende apotheken weigerden echter toegang te verschaffen. De nieuwe apotheek besloot haar zaak voor te leggen aan de rechter. Deze was van oordeel dat in dit specifieke geval geen rechtsgrond bestaat op basis waarvan de deelnemende apotheken verplicht zijn de toegang te verlenen (ECLI:NL:RBGEL:2015:4970). 

Wat was er aan de hand?
Tot 2015 kende Culemborg twee apotheken die aangesloten waren bij Stichting Medicom-Pharmacom Systematiek Overleg. Deze stichting is een samenwerkingsverband van huisartsen en apothekers op het gebied van gezamenlijk systeem- en bestandsbeheer. Ze houdt een elektronisch netwerk in stand voor patiëntgegevensuitwisseling.

Aansluiting netwerk
In mei 2015 kreeg Culemborg er een derde apotheek bij die tevens wenste deel te nemen aan het samenwerkingsverband. Zij heeft daartoe een verzoek ingediend bij de voorzitter van de stichting. Deze gaf aan dat er geen officiële aanmeldingsprocedure bestaat, en stelde voor de toelating te zullen bespreken met de clusterbeheerder van de huisartsen en de clusterbeheerder van de apotheken. Hierop gaf de clusterbeheerder van de huisartsen akkoord op de toelating waardoor de apotheek aangesloten werd op het elektronische netwerk.

Geen toegang tot dossiers
Na te zijn toegelaten constateerde de nieuwe apotheek dat de overige twee apotheken weigerden hun patiëntendossiers open te stellen. Dit hadden ze echter wel ten opzichte van elkaar gedaan. Hierop vorderde de nieuwe apotheek in een kort geding de toegang voor raadpleging en bewerking van de patiëntendossiers. Het standpunt was dat haar reeds door de stichting onvoorwaardelijk toegang was verschaft tot het elektronische netwerk en dat daaruit voortvloeit dat beide apotheken gehouden zijn toegang te verschaffen tot hun patiëntendossiers. De overige apotheken stelden zich op het standpunt dat zij in beginsel bereid zijn toegang te verschaffen, maar dat dan wel eerst over de voorwaarden moet worden gesproken en overeenstemming moet worden bereikt.

Het oordeel van de voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter oordeelde dat het hier om een elektronisch netwerk gaat waarop de Regeling CI/NR-100.099 van de NZA van toepassing is.  Deze regeling bepaalt dat overeenkomsten tussen zorgaanbieders met betrekking tot het oprichten en in stand houden van een elektronisch netwerk, de voorwaarden dienen te bevatten waaronder andere zorgaanbieders kunnen deelnemen aan die overeenkomst en de wijze waarop het verzoek tot deelname wordt behandeld.

Volgens de voorzieningenrechter staat vast dat de stichting geen procedure of voorwaarden voor deelneming heeft opgesteld. De voorzieningenrechter oordeelde voorts dat niet kan worden aangenomen dat de nieuwe apotheek onvoorwaardelijk tot deelneming is toegelaten. De clusterbeheerder van de apotheken heeft hier immers geen akkoord op gegeven.

Op grond van genoemde NZA-regeling hadden de reeds deelnemende apotheken de procedure en  voorwaarden voor deelneming zo spoedig mogelijk kenbaar moeten maken aan de nieuwe apotheek. Door dit na te laten, hebben zij onrechtmatig gehandeld. Volgens de voorzieningenrechter brengt deze onrechtmatige daad vervolgens niet met zich mee dat de nieuwe apotheek onvoorwaardelijk toegang tot het netwerk en hun patiëntendossier dient te worden verschaft. Daarvoor zou geen steun zijn in het recht.  

De voorzieningenrechter wees partijen op een nog bijkomend probleem: de geheimhoudingsplicht van de zorgverlener. Zonder toestemming van de patiënt mag een zorgverlener geen informatie verstrekken aan derden. Uitzondering hierop vormt de waarnemingsregeling. Aangezien de patiënten geen toestemming hebben verleend en er geen sprake is van een waarnemingsregeling, staat ook deze geheimhoudingsplicht er aan in de weg dat de apotheken verplicht zouden worden aan de nieuwe apotheek toegang tot hun patiëntendossiers te verschaffen.

Conclusie
Het in strijd handelen met Regeling CI/NR-100.099 brengt niet met zich mee dat de apotheken verplicht zijn de nieuwe apotheek de onvoorwaardelijke toegang tot het netwerk en de patiëntendossiers te verschaffen. De nieuwe apotheek maakt mogelijk wel aanspraak op schadevergoeding.

 

Indien u meer wilt weten over deze blog, kunt u contact opnemen met een lid van ons brancheteam Zorg.

 
Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).