Download dit artikel als PDF 10 april 2017

De Hoge Raad en het recht om vergeten te worden

De afgelopen jaren is het ‘recht om vergeten te worden’ steeds meer in de belangstelling gekomen. Zo kan een exploitant van een zoekmachine verplicht worden om bepaalde resultaten uit een lijst van zoekresultaten te verwijderen. Sinds het in 2014 door de hoogste Europese rechter gewezen Costeja-arrest is het aantal verwijderingsverzoeken aan online zoekmachines enorm toegenomen. De vraag onder welke voorwaarden zo’n verzoek moet worden gehonoreerd heeft tot veel lagere rechtspraak geleid. Onlangs heeft ook de Hoge Raad, de hoogste Nederlandse rechter, zich hierover moeten buigen. Wat was de situatie?

Een man wordt veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf wegens poging tot uitlokking van huurmoord. Het hoger beroep in de strafzaak loopt nog. De man wordt ondertussen in verschillende media genoemd. De zaak inspireert zelfs een auteur tot het schrijven van een boek waarin een moord wordt gepleegd door een personage met dezelfde naam. Bij het invoeren van de volledige voor- en achternaam van de man als zoekterm in Google Search worden resultaten weergegeven van webpagina’s die hiermee verband houden.

Welke belang weegt zwaarder?
De man  start een kort geding tegen Google waarin hij vordert dat de hyperlinks worden verwijderd. In dit soort zaken staan verschillende belangen tegenover elkaar: het privacybelang van de man, het economisch belang van de exploitant van de zoekmachine en het belang van internetgebruikers. De rechtbank en het hof kennen uiteindelijk doorslaggevende betekenis toe aan het belang van het publiek.

Hof te kort door de bocht
De Hoge Raad stelt voorop dat het privacybelang van een natuurlijk persoon in de regel het zwaarst weegt, maar dat dit anders kan zijn wanneer bijzondere redenen de inmenging in het recht op privacy rechtvaardigen. Toegespitst op de onderhavige zaak is het hof volgens de Hoge Raad te kort door de bocht gegaan. Het hof had moeten nagaan of het publiek er belang bij heeft dat de desbetreffende zoekresultaten worden getoond als op de volledige naam van de man wordt gezocht. Het hof had dit belang vervolgens moeten afwegen tegen het belang van de man, waarbij speelt dat diens veroordeling nog niet onherroepelijk is. De Hoge Raad verwijst de zaak naar een ander gerechtshof ter verdere afdoening. 

 

Wilt u meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met Dineke van Dal of met één van de specialisten van de sectie Intellectueel Eigendom en IT.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).