Download dit artikel als PDF 29 juni 2015

Gaat ontslagregeling in aandeelhoudersovereenkomst voor op de statutaire en wettelijke regeling?

Ondernemers geven hun samenwerking in een BV vorm in de statuten, maar vaak ook in een aandeelhoudersovereenkomst. In die overeenkomst wordt meestal opgenomen dat in geval de statutaire bepalingen afwijken van de aandeelhoudersovereenkomst, de bepalingen uit de aandeelhoudersovereenkomst voorgaan. Echter zijn een aantal bepalingen van Boek 2 BW dwingendrechtelijk van aard. Van deze regels mag als hoofdregel niet worden afgeweken. Deze dienen tevens in de statuten te worden opgenomen. In het geval een dergelijke dwingendrechtelijke bepaling louter is geschreven ter bescherming van de aandeelhouders in BV, is het onduidelijk of de aandeelhouders van een dergelijke bepaling bij aandeelhoudersovereenkomst toch kunnen afwijken. Als het antwoord positief is, gaat deze bepaling daadwerkelijk voor op de statutaire bepaling en werkt de aandeelhoudersovereenkomst vennootschappelijk door.

Voor ondernemers en hun adviseurs is het van belang te weten van welke dwingendrechtelijke bepalingen uit Boek 2 BW kan worden afgeweken en van welke niet. Daarom behandel ik de onderstaande uitspraak van het Hof Amsterdam (onlangs gepubliceerd: JOR 2015/69 Gerechtshof Amsterdam, 13-01-2015), waarin het Hof antwoord geeft op de vraag of een ontslagregeling betreffende bestuurders van een BV uit de aandeelhoudersovereenkomst nu wel of niet voorgaat op de wettelijke ontslagregeling die is opgenomen in de statuten van de BV.

De uitgangspunten

  • Vier aandeelhouders van bedrijf X houden ieder 25% van de aandelen;
  • Drie van deze vier aandeelhouders zijn ook bestuurder;
  • Eén van deze bestuurders duid ik aan als bestuurder A;
  • De samenwerking tussen aandeelhouder/bestuurder A en de drie overige  aandeelhouders/bestuurders (hierna: de overige aandeelhouders)  loopt spaak;
  • De drie aandeelhouders willen bestuurder A om die reden als bestuurder van de BV ontslaan.

Wat staat er in de aandeelhoudersovereenkomst?
In de aandeelhoudersovereenkomst tussen de partijen is bepaald dat de algemene vergadering een besluit tot ontslag van een bestuurder uitsluitend kan nemen met unanimiteit van de stemmen in een vergadering waarin het gehele geplaatste aandelenkapitaal vertegenwoordigd is. In de statuten is echter bepaald dat voor het ontslag van bestuurders een meerderheid van twee derde van het aantal uitgebrachte stemmen vereist is, die de helft van het geplaatst kapitaal vertegenwoordigt, afdoende is. Deze bepaling is dwingendrechtelijk en vloeit voort uit Boek 2 BW.

Ontslagbepaling nietig?
Bestuurder A wil voorkomen dat hij ontslagen wordt en stelt dat het unanimiteitsvereiste voor ontslag uit de aandeelhoudersovereenkomst voorgaat boven de statutaire/wettelijke regeling. De overige aandeelhouders stellen zich juist op het standpunt dat de ontslagbepaling uit de aandeelhoudersovereenkomst nietig is omdat deze in strijd is met de statutaire/wettelijke regeling.

Hof
Het Hof, anders dan eerder de voorzieningenrechter, oordeelt dat de vennootschappelijke redelijkheid en billijkheid in de weg staan aan het vorderen van nakoming door aandeelhouder/bestuurder A van de ontslagbepaling (unanimiteit) in de aandeelhoudersovereenkomst. De wettelijke ontslagregeling, zoals opgenomen in de statuten, dient ertoe om ervoor te waken dat ontslag van een bestuurder te zeer wordt bemoeilijkt dan wel onmogelijk wordt gemaakt. Deze regeling dient het belang van de vennootschap Aangezien het artikel dwingendrechtelijk van aard is, kan In de statuten hiervan niet van worden afgeweken. De gedachte hierachter is dat het handhaven van een bestuurder tegen de wil van aandeelhouders, die meer dan twee derde van de stemmen en meer dan de 50% van het kapitaal vertegenwoordigen in het algemeen op gespannen voet zal komen te staan met het vennootschapsbelang. Volgens het Hof doet deze situatie zich hier voor en de overige aandeelhouders mogen bestuurder A dus ontslaan op grond van de statutaire/wettelijke regeling.

Let op
Ter relativering van deze uitspraak tenslotte het volgende. Op 1 oktober 2012 is in de wet vastgelegd dat iedere aandeelhouder in een BV zijn “eigen” bestuurder of commissaris mag benoemen en ontslaan. Daarmee kunnen aandeelhouders hetzelfde bereiken als het opnemen van een unanimiteitsvereiste in een aandeelhoudersovereenkomst. Alleen de desbetreffende aandeelhouder kan in dit geval zijn eigen bestuurder/commissaris ontslaan.

Wilt u meer weten over het opstellen van aandeelhoudersovereenkomsten en conflicten rondom de vennootschap? Dan kunt u contact opnemen met onze sectie ondernemingsrecht.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).