Download dit artikel als PDF 13 juli 2018

Redelijke boete bij hennep

Recent heeft het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch geoordeeld dat het redelijk is om aan een huurder die het kweken van hennep in zijn woning toestond een contractuele boete van in totaal € 40.000 op te leggen. In dit geval stond de rechter een boete dus toe, maar dat is niet altijd het geval.

Op grond van een Europese richtlijn moet de rechter in een situatie waarin een consument huurt van een professionele verhuurder (wat vaak het geval is bij woonruimte) uit eigen beweging oordelen of een boetebepaling wel redelijk is.

Onredelijke boetebepaling
In 2013 heeft het Europese Hof van Justitie geoordeeld dat wanneer de boetebepaling niet redelijk is, de boetebepaling geheel buiten toepassing moet worden gelaten. Een boetebepaling kan bijvoorbeeld onredelijk zijn in de volgende gevallen:

  • Wanneer de boete in geen verhouding staat tot de daadwerkelijke schade;
  • Er geen maximum aan de boete verbonden is;
  • De boete te algemeen is;
  • Als er niet over de boete is onderhandeld.

Of een boetebepaling daadwerkelijk onredelijk is en dus buiten toepassing zal worden gelaten, zal keer op keer afhangen van de omstandigheden van het geval.

De zaak
In de zaak die bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch speelde, ging het om een hoge boete van € 1.000 per dag, waaraan geen maximum was verbonden. Gelet op de winsten die met het kweken van hennep kunnen worden gemaakt, acht het hof de boete van € 1.000 per dag niet te hoog. De boete moet namelijk voldoende hoog zijn om een afschrikwekkende werking te hebben en aan het kweken van hennep zijn risico’s als brandgevaar en overlast verbonden. Daarnaast oordeelt het hof dat de boetebepaling redelijk is, omdat het gaat om een boete per dag. De huurder heeft daardoor zelf in de hand hoe hoog hij de boete laat oplopen. In dit geval leidt het niet opnemen van een maximum in de boetebepaling er niet toe dat de boete onredelijk zou zijn, omdat het opnemen van een maximum afbreuk zou doen aan het afschrikwekkend karakter. De omstandigheid dat de boete blijft oplopen, kan een prikkel vormen voor de huurder de overtreding zelf te beëindigen. Tot slot is van belang dat tijdens de procedure is vast komen te staan dat partijen voorafgaand aan het ondertekenen van de huurovereenkomst over de inhoud van de boetebepaling hebben gesproken. De boetebepaling mocht dus worden toegepast.

Matiging terechte boete
Of een op zichzelf terechte boete gematigd kan worden, moet eveneens beoordeeld worden aan de hand van de omstandigheden van het geval. Een rechter mag dat echter niet uit eigen beweging doen, maar alleen wanneer partijen daarom verzoeken. Wanneer de rechter oordeelt dat de boete die voortvloeit uit de boetebepaling in de concrete situatie onredelijk hoogt uitvalt, kan de rechter de boete matigen. Die bevoegdheid moet de rechter wel terughoudend toepassen. In de zaak die speelde bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch is van de matigingsbevoegdheid gebruik gemaakt. De overtreding had namelijk 79 dagen voortgeduurd, zodat een boete van € 79.000 verschuldigd zou zijn. Die boete heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch gematigd tot € 40.000. Onder meer nam het hof daarbij het volgende in aanmerking. Enerzijds stelt het hof dat huurder een geringe draagkracht heeft, geen gewin heeft gehad bij het kweken van hennep en het aandeel van de huurder bij het kweken van de hennep beperkt was. Anderzijds overweegt het hof dat de boete een afschrikwekkende werking moet behouden en de huurder niet zelf was gestopt met het kweken van hennep, maar daar een einde aan is gekomen door een politie-inval.

 

Indien u meer wilt weten over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met Mendy Dibbets. Mendy is lid van het brancheteam Bouw & Huisvesting.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).