Download dit artikel als PDF 17 mei 2018

Spraakmakend arrest over de reikwijdte van de bancaire zorgplicht.

Onlangs kwam de bancaire zorgplicht van Rabobank in het geding. De bank was jarenlang de huisbankier van de Midreth-groep. Deze groep richtte zich voornamelijk op bouw en vastgoed. Omstreeks 2011 ging de groep failliet waarbij de Rabobank nog een vordering van € 53 miljoen had. Toen Rabobank een gedeelte van deze vordering in privé op de certificaathouder wilde verhalen via een borgstellingsovereenkomst, kwam onder meer deze certificaathouder in rechte op tegen de uitwinning van de borgstelling Volgens hem had de Rabobank namelijk in strijd met de bancaire zorgplicht onrechtmatig gehandeld.

Voordat de Midreth-groep in 2011 failliet ging, verkeerde het in grote financiële problemen. Zo had de groep aan het begin van de kredietcrisis al een tekort van € 57 miljoen. De Rabobank verstrekte vervolgens een aantal kredieten en financiële producten. Daarnaast had de bank een extra kredietfaciliteit verstrekt aan de Midreth-groep waartegen Rabobank de privéborgtocht van certificaathouder Leliveld had verhoogd tot € 5 miljoen.

Structuur Midreth-groep
De aandelen van de Midreth-groep waren in handen van Beheersmaatschappij Leliveld B.V., van welke vennootschap de aandelen gecertificeerd waren en werden gehouden door een stichting administratiekantoor (STAK). Leliveld en zijn echtgenote hielden alle gecertificeerde aandelen. In de procedure vorderden Leliveld, zijn echtgenote en de STAK een verklaring voor recht dat Rabobank aansprakelijk is voor de schade, ontstaan doordat Rabobank in strijd met de op haar rustende verplichtingen onrechtmatig heeft gehandeld. Het is van belang om op te merken dat Leliveld, zijn echtgenote en de STAK op de borgstelling na geen contractuele relatie hadden met Rabobank.

Bedongen zekerheden
De door Leliveld c.s. gestelde schade vloeit volgens hen direct voort uit de zekerheden die Rabobank is gaan uitwinnen na de faillissementen van de Midreth-groep. Zo heeft Rabobank aan de groep in 2009 een noodkrediet verstrekt van € 20 miljoen waarvoor Rabobank een fee van bijna € 8 miljoen had bedongen. Later verworven Rabobank en drie partners 60% van de aandelen in Midreth-groep in het kader van de zekerheden. Ook was Leliveld een borgstelling overeengekomen met Rabobank waardoor Rabobank Leliveld en zijn echtgenote in privé voor € 5 miljoen kon aanspreken. Omstreeks 2011 ging de gehele groep failliet en Rabobank had nog een vordering van € 53 miljoen op de groep. Vervolgens verhaalt Rabobank de vordering deels door Leliveld in persoon aan te spreken op grond van de borgtochtovereenkomst. Leliveld c.s. verzet zich tegen de uitwinning van de borgstelling omdat Rabobank in strijd met de bancaire zorgplicht onrechtmatig jegens hen heeft gehandeld.

Bancaire zorgplicht
In eerste aanleg is de vordering van Leliveld c.s. afgewezen. Tegen dit vonnis gaat Leliveld c.s. in hoger beroep waar de interessante vraag voorligt of Rabobank in strijd met haar bancaire zorgplicht onrechtmatig heeft gehandeld. In het arrest van 27 mei 2018 gaat het Gerechtshof (opnieuw) in op de verstrekte kredieten en de bedongen zekerheden. Volgens het hof is er een aanzienlijke onevenredigheid tussen de grote nadelen voor Leliveld c.s. enerzijds en de bedongen zekerheden door Rabobank anderzijds. Deze onevenredigheid is ontstaan doordat Rabobank in strijd met haar bancaire zorgplicht heeft gehandeld waardoor zij onder meer het privé-inkomen, het pensioen en het financiële voortbestaan van Leliveld c.s. op het spel heeft gezet.

De redenering van het hof komt erop neer dat Rabobank onrechtmatig handelt ten opzichte van de aandeelhouder c.q. certificaathouder door te handelen in strijd met de zorgplicht die zij heeft ten opzichte van haar klant. Het hof vernietigt in zijn arrest het vonnis van de rechtbank. Met dit arrest geeft het hof een duidelijk signaal af dat Rabobank in dit geval haar boekje te buiten is gegaan.

Op basis van eerdere jurisprudentie kan worden vastgesteld dat de bancaire zorgplicht stukje bij beetje lijkt te worden verruimd. Uit toekomstige jurisprudentie moet echter blijken of de lijn van dit hof wordt voortgezet en tot waar de omvang van de bancaire zorgplicht reikt.

Deze blog is geschreven naar aanleiding van het artikel dat Niek van Barschot geschreven heeft in Juridisch up to Date.

 

Wilt u meer weten over deze blog, dan kunt u contact opnemen met Boudewijn Cremers of Niek van Barschot van de sectie Aansprakelijkheid & Procespraktijk en de sectie Onderneming & Vennootschap.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).