Download dit artikel als PDF 14 maart 2019

Zorgplicht van kredietverstrekkers bij controleren van inkomensgegevens tegen overkreditering van consument

De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 14 december 2018 een nadere invulling van de zorgplicht van banken en andere professionele kredietverstrekkers gegeven. In deze uitspraak wordt aangegeven hoe kredietverstrekkers moeten omgaan met inkomensgegevens die door tussenpersonen of consumenten worden overgelegd voor het verkrijgen van (hypothecaire) leningen. Mag de kredietverstrekker uitgaan van de juistheid van die inkomensgegevens? Of moet de kredietverstrekker die gegevens ook op juistheid controleren?

Aanleiding voor deze uitspraak is de volgende situatie. Een professionele kredietverstrekker verstrekt in 2006 via een tussenpersoon (hypotheekadviseur) een hypothecaire lening aan een echtpaar. De tussenpersoon heeft bij de aanvraag voor die lening een inkomensverklaring overgelegd. Op de inkomensverklaring werd echter een veel hoger inkomen opgegeven dan het echtpaar in werkelijkheid had. Het echtpaar kwam daar pas jaren later achter. Het formulier was ondertekend voordat de inkomensgegevens waren ingevuld, omdat de tussenpersoon naar zijn zeggen de pensioengegevens nog moest berekenen. Achteraf blijkt dat de tussenpersoon de inkomensgegevens heeft gewijzigd in de inkomensverklaring zodat deze ook fout staan op het aanvraagformulier. Bij het verstrekken van de hypothecaire lening is de kredietverstrekker dus uitgegaan van een te hoog inkomen.

Schending zorgplicht
Op enig moment kon het echtpaar niet meer aan de maandelijkse aflossingsverplichtingen voldoen. De woning waarop het hypotheek rustte werd verkocht en er bleef een forse restschuld over. In de tussentijd ging de tussenpersoon failliet. Het echtpaar stelde de kredietverstrekker aansprakelijk voor de schade vanwege schending van de zorgplicht. Er kwam niet vast te staan dat er hypotheekfraude in het spel was en dat het echtpaar zelf (eerder) wist dat er sprake was van overkreditering. De rechtbank en het gerechtshof waren het erover eens dat de kredietverstrekker haar zorgplicht had geschonden (door geen enkele controle uit te voeren op de aangedragen financiële gegevens van de consumenten en daarmee bewust het risico werd genomen een onverantwoorde lening te verstrekken). De kredietverstrekker legt dat oordeel voor aan de Hoge Raad.

Inwinnen en controleren van (inkomens)gegevens
De Hoge Raad heeft eerder bepaald dat de zorgplicht (ook onder het oude financiële toezichtrecht) meebrengt dat de bank vóór het verstrekken van hypothecair krediet aan een consument inlichtingen moet inwinnen over zijn inkomen en vermogen om overkreditering van de consument te voorkomen. Ook geeft de Hoge Raad aan dat de zorgplicht niet alleen geldt voor banken, maar ook voor andere professionele kredietverstrekkers. De zorgplicht geldt ongeacht of de consument wordt bijgestaan door een tussenpersoon. In dit geval had de kredietverstrekker geen bankvergunning, maar een vergunning voor het aanbieden van (hypothecair) krediet.

Afgaan op inkomensgegevens
De Hoge Raad geeft vervolgens aan dat de kredietverstrekker niet zonder meer mag afgaan op de inkomensgegevens die de tussenpersoon aan hem verschaft. De kredietverschaffer blijft namelijk zelf verantwoordelijk om te waken tegen overkreditering. Zo nodig moet de kredietverstrekker meer informatie inwinnen of informatie verifiëren. In dit geval had de kredietverstrekker niet voldaan aan haar onderzoeksplicht, omdat zij de door de tussenpersoon aangeleverde informatie niet heeft geverifieerd. Hierbij is van belang dat het echtpaar niet wist dat er onjuiste inkomensgegevens waren verstrekt. Ook is van belang dat een aanzienlijk hogere rente is toegepast, omdat de kredietverstrekker blijkbaar ook zelf als een risico beschouwde dat zij afging op de gegevens die de tussenpersoon haar verstrekte zonder dat zij die gegevens verifieerde. Het oordeel van het gerechtshof dat de kredietverstrekker aansprakelijk is voor de schade die is ontstaan door schending van de zorgplicht blijft dus in stand.

Conclusie
Banken, maar ook andere professionele kredietverstrekkers mogen bij het verstrekken van hypothecaire leningen niet zomaar uitgaan van de juistheid van de inkomensgegevens van de consument. Als zij dat toch doen en er hierdoor overkreditering met als gevolg schade ontstaan, kan de kredietverstrekker daarvoor aansprakelijk zijn. De kredietverstrekker blijft een eigen verantwoordelijkheid houden om overkreditering tegen te gaan en moet meer informatie inwinnen of gegevens verifiëren. Daarbij maakt het niet uit dat de kredietverstrekker de gegevens van een hypotheekadviseur of tussenpersoon ontvangt. Met deze uitspraak wordt een te verwelkomen en concrete invulling gegeven van de op kredietverschaffers rustende zorgplicht.

 

Wilt u meer weten over dit onderwerp, neem dan contact op met Aaron Bouman, Arnoud van Campen, of iemand anders van het Brancheteam Finance.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).