WHOA vanaf 1 juli een stuk betaalbaarder – dit moet je weten
Per 1 juli 2025 is het griffierecht voor WHOA-zaken fors verlaagd. Goed nieuws voor alle bij een WHOA-traject betrokken partijen — en vooral voor mkb’ers die tot nu toe vaak tegen hoge griffierechtkosten aanliepen.
Voor schuldenaren
Per 1 juli 2025 betaalt een schuldenaar het ‘lage’ tarief voor een verzoek die zij indient bij de rechtbank. Bij niet-natuurlijke personen (bijvoorbeeld B.V.’s) is het tarief verlaagd van € 6.617 in 2024 naar € 714 nu. Natuurlijke personen die een onderneming drijven (bijvoorbeeld eenmanszaken) betalen in plaats van € 2.626 nu € 331.
Daarnaast geldt dat er geen stapeling meer is van het griffierecht indien er meerdere verzoeken worden gedaan in één traject. Waar de schuldenaar voorheen bij ieder verzoek griffierecht moest betalen, geldt per 1 juli 2025 dat indien eenmaal griffierecht is betaald, bij ieder opvolgend verzoek in hetzelfde traject het reeds betaalde griffierecht in mindering wordt gebracht op het verschuldigde griffierecht.
Voor schuldeisers en aandeelhouders
Voor partijen die ‘tegenover’ de schuldenaar staan in een WHOA-traject, zoals schuldeisers en aandeelhouders, geldt dat het griffierecht ook aanzienlijk is verlaagd. Waar het griffierecht voorheen afhankelijk was van het geldelijk belang, geldt voor hen nu ook het laagste tarief zoals hiervoor genoemd. Vóór 1 juli 2025 kon het zo zijn dat een B.V. bijna € 10.000 aan griffierecht moest betalen om bijvoorbeeld een verzoek tot afwijzing van de homologatie bij de rechtbank in te dienen. Nu is voor hetzelfde verzoek ‘maar’ € 714 verschuldigd.
Verlaging meer dan welkom
Voor mkb’ers is het kostenaspect vaak een obstakel om gebruik te maken van de WHOA. De ‘all round’ verlaging van het griffierecht is dan ook meer dan welkom om ervoor te zorgen dat meer ondernemers gebruik kunnen maken van dit herstructureringsinstrument.