Referentiesituatie kan niet worden ontleend aan een positieve weigering

Referentiesituatie kan niet worden ontleend aan een positieve weigering

In het geval een aanvraag voor een natuurvergunning wordt ingediend voor een project dat niet vergunningplichtig is, bestaat geen bevoegdheid om een natuurvergunning – op grond van de Wet natuurbescherming, nu de Omgevingswet – te verlenen. In dat geval wijst het bevoegd gezag de aanvraag af. Zo’n besluit wordt een ‘positieve weigering’ genoemd. Het was lange tijd onzeker wat de juridische status van een positieve weigering is. Zijn de rechtsgevolgen van een positief weigeringsbesluit gelijk aan de rechtsgevolgen van een natuurvergunning? In uitspraken van rechtbanken liep het antwoord op die vraag uiteen. In een uitspraak van 3 september jl. biedt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) duidelijkheid: een positieve weigering is geen natuurtoestemming en kan daardoor niet als referentiesituatie worden gehanteerd.

De Afdeling oordeelt onder meer dat het enkele feit dat een besluit van het college eruit zou zien als een natuurvergunning, niet betekent dat appellant er ook vanuit kon gaan dat deze weigering gelijk te stellen is met een natuurvergunning en dat hij aan de positieve weigering een referentiesituatie mocht ontlenen ten opzichte waarvan moet worden bezien of nog sprake is van één-en-hetzelfde project. Voorts overweegt de Afdeling dat voor activiteiten waarvoor een individuele toestemming is vereist, de referentiesituatie kan worden ontleend aan de natuurvergunning voor het toegestane project op de locatie waar de beoogde activiteit is voorzien. Bij het ontbreken van een natuurvergunning, wordt de referentiesituatie ontleend aan de milieutoestemming die gold op de referentiedatum. Wanneer daarna een milieutoestemming is verleend voor een activiteit met minder gevolgen voor Natura 2000-gebieden dan de op de referentiedatum toegestane activiteit, dan wordt de referentiesituatie ontleend aan die latere toestemming. De weigering van een aanvraag voor een natuurvergunning betreft dus geen natuurtoestemming. Hieraan kan dan ook geen referentiesituatie worden ontleend. Gelet hierop kunnen de gevolgen van de in 2010 aangevraagde activiteiten niet als mitigerende maatregel worden betrokken in een passende beoordeling. 

Janske Schrijnemaekers

Advocaat & Partner

AdvocaatNeem contact op